Antisemitisme: de definitie van antisemitisme, deel 2

Op 1 juni 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen ter bestrijding van antisemitisme. Lidstaten moeten de definitie van antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), die op 26 mei 2016 in Boekarest is aangenomen, overnemen in hun wetgeving, voor zover deze nog niet geïmplementeerd is. Tijdens de plenaire vergadering van de International Holocaust Remembrance Alliance in 2016 verklaarden zij de definitie niet wettelijk verbindend, zij hebben immers geen wetgevende macht, maar het Europees Parlement heeft de definitie van antisemitisme van de IHRA wel overgenomen.

Het Europees Parlement heeft een werkdefinitie uitgebracht. Het doel van deze werkdefinitie is te voorzien in een praktische gids om incidenten te herkennen, data te verzamelen, en het ondersteunen van de implementatie en bekrachtiging van antisemitismewetgeving.

Het Europees Parlement heeft deze resolutie formeel aan de Europese Commissie en de Raad van de EU toegezonden. De in de werkdefinitie aangehaalde punten zijn in Nederland praktisch al onderdeel van beleid (art. 137 c, d, e van het Wetboek van Strafrecht), evenals het verbod op Holocaustontkenning. De politie houdt dit al bij en er zijn zelfs informele netwerken binnen de politie die specifiek achter zaken aangaan die de Joodse gemeenschap betreffen (beveiliging, antisemitisme, etc.). Online antisemitisme is net zo strafbaar als offline en moet door een moderator aangepakt worden.

De werkdefinitie van het Europees Parlement:

“Antisemitism is a certain perception of Jews, which may be expressed as hatred toward Jews. Rhetorical and physical manifestations of antisemitism are directed toward Jewish or non-Jewish individuals and/or their property, toward Jewish community institutions and religious facilities.”

“Antisemitisme is een zekere perceptie over Joden, die uitgedrukt kan worden als Jodenhaat. Verbale of fysieke manifestaties van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse individuen en/of hun eigendommen, tegen instituten van de Joodse gemeenschap en religieuze faciliteiten.”

Ter aanvulling: zulke manifestaties kunnen ook de Israëlische staat als doel hebben, dit is te zien als een Joods collectief. Antisemitisme beschuldigt Joden vaak van de samenzwering de mensheid te willen schaden, en het wordt vaak gebruikt om Joden te beschuldigen van “alles wat fout gaat”. Antisemitisme wordt vormgegeven in woord, geschrift, beeld en acties en maakt gebruik van sinistere stereotypes en negatieve karaktereigenschappen.

Rekening houdend met de algemene context kunnen hedendaagse voorbeelden van antisemitisme in het publieke leven, de media, scholen, werkplekken, en in de religieuze sfeer bevatten (maar zijn niet gelimiteerd tot):

– Oproepen tot, steunen, of rechtvaardigen van het doden of schaden van Joden in naam van een radicale ideologie of een extremistisch beeld van religie.

– Het doen van leugenachtige, mensonterende of stereotyperende beschuldigingen over Joden zoals de macht van Joden als collectief, zoals, vooral maar niet uitsluitend, de mythe over een wereldwijd Joods complot of over Joden die de media, de economie, de regering of andere maatschappelijke instituten controleren.

– Het beschuldigen van Joden als volk dat verantwoordelijk is voor werkelijke of ingebeelde overtredingen begaan door een enkele Joodse persoon of groep, of zelfs voor daden begaan door niet-Joden.

– Het ontkennen van het feit, de strekking, de mechanismen (bv. gaskamers) of de intentie van de genocide op het Joodse volk door nationaal-socialistisch Duitsland en haar aanhangers en medeplichtigen gedurende de Tweede Wereldoorlog (de Holocaust).

– Het beschuldigen van het Joodse volk, of de Israëlische staat, van het uitvinden of overdrijven van de Holocaust.

– Het beschuldigen van Joodse burgers dat zij meer loyaal zijn aan Israël, of aan de beweerde prioriteiten van Joden wereldwijd, dan aan de belangen van hun eigen land.

Voorbeelden van de manieren hoe antisemitisme zich manifesteert met betrekking tot de Israëlische staat, rekening houdend met de algemene context, kunnen inhouden:

– Het ontkennen van het recht van het Joodse volk op hun zelfbeschikking, bijvoorbeeld door te claimen dat het bestaan van een Israëlische staat een racistisch streven is.

– Dubbele normen toepassen door van Israël gedrag te verwachten dat niet verwacht of geëist wordt van enige andere democratische staat.

– Het gebruik van symbolen en beelden die geassocieerd worden met klassiek antisemitisme (bijvoorbeeld claims over Joden die Jezus vermoordden of bloedsprookjes) om Israël of Israëli’s te karakteriseren.

– Vergelijkingen trekken tussen hedendaags Israëlisch beleid en het beleid van de nazi’s.

– Joden collectief verantwoordelijk houden voor de acties van de Israëlische staat.

Kritiek op Israël dat vergelijkbaar is aan kritiek op ieder ander land kan niet beschouwd worden als antisemitisch.

Antisemitische handelingen zijn strafbaar wanneer dit vastgelegd is in de wet (in sommige landen bijvoorbeeld de ontkenning van de Holocaust, of het distribueren van antisemitisch materiaal).

Criminele handelingen zijn antisemitisch van aard als het doel van aanvallen op mensen of eigendommen – zoals gebouwen, scholen, plaatsen van aanbidding en begraafplaatsen – uitgekozen is omdat zij Joods zijn of gelinkt zijn aan Joden (of verondersteld wordt dat zij dat zijn).

Antisemitische discriminatie is het ontkennen/ontnemen van kansen of dienstverlening aan Joden die wel voor anderen beschikbaar zijn. Dit is illegaal in veel landen.

Bronnen:
– Bron: website EU Werkdefinitie antisemitisme
– Bron: website EU Resolutie van het Europees Parlement met als doel de bestrijding van antisemitisme
– Bron: website EU Procedure informatie
– Bron: website IHRA Definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance
– Bron: website EU Persbericht van het Europees Parlement met betrekking tot de resolutie over antisemitisme

Een gedachte over “Antisemitisme: de definitie van antisemitisme, deel 2

  1. Pingback: Drieluik antisemitisme: resolutie 2017/2692(RSP), deel 1 | La droite d'avant

Plaats een reactie