Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van demonstratie onder druk

Het is een steeds terugkerend fenomeen: de reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting en/of de vrijheid van demonstratie wordt afgemeten aan de inhoud, de vorm of het (ontbreken van een) doel van het uiten van een mening en/of de mate van gekwetstheid van andersdenkenden: er zou sprake zijn van “getreiter”, “provocatie”, er is “geen sprake van een doel”, etc. Als gevolg daarvan “zou het maar het beste zijn als zulke uitingen verboden zouden worden, of ergens gedaan zouden worden waar niemand er iets van merkt”.

Meningen van gelijkgestemden blijven daarbij vanzelfsprekend buiten schot. Gelijkgestemden wordt geen strobreed in de weg gelegd: het staat hen vrij om hun mening te uiten, hoe abject deze ook is. Zou daarna (bedreiging met) geweld ontstaan dan zijn daders ineens wél daders ipv “diep gekwetste slachtoffers die het niet kwalijk te nemen valt dat zij hun emoties niet in bedwang kunnen houden.

Amnesty International en het College voor de rechten van de mens

In oa artikelen van Amnesty International en het College voor de rechten van de mens worden de vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie duidelijk uitgelegd.

Amnesty International: “In principe mag de overheid aan een demonstratie geen beperkingen opleggen, behalve wanneer dat echt noodzakelijk is vanwege de openbare orde of de volksgezondheid. Demonstreren is dus geen gunst, maar een recht. De burgemeester en de politie moeten alles in het werk stellen om een demonstratie zo goed mogelijk te laten verlopen.“

Voor een demonstratie is geen vergunning vereist, wel moet een demonstratie meestal van te voren aangemeld worden. In de WOM, de Wet openbare manifestaties, zijn de volgende beperkingsgronden opgenomen:

  1. Bescherming van de gezondheid
  2. Het belang van het verkeer
  3. De bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Een demonstratie kan dus niet beperkt worden vanwege het uiten van een onwelgevallige mening. Het demonstratierecht mag zelfs niet beperkt worden als een aantal demonstranten gewelddadig of crimineel gedrag vertoont. Als men van mening is dat de wet wordt overtreden en er bv. sprake lijkt te zijn van haatzaaien, dan is het aan de staat om dit te bewijzen. De overheid mag demonstranten ook niet zomaar verwijzen naar een plek waar zij niet gehoord worden, zoals een veldje ergens achteraf. Een algemeen demonstratieverbod afkondigen voor een bepaalde plek, zoals een moskee of de plek waar een Sinterklaasintocht plaatsvindt, is ook niet toegestaan.

Het College voor de rechten van de mens: “Een demonstratie mag nooit beperkt of verboden worden vanwege de inhoud van de demonstratie. De burgemeester mag ook geen voorwaarden of beperkingen stellen aan de inhoud van uitingen tijdens een demonstratie. Dit zou namelijk het recht op vrijheid van meningsuiting beperken.

“… een verbod op demonstratie (is) aan zeer strenge eisen van verantwoording onderhevig. Dat geldt zeker ook voor een algemeen demonstratieverbod voor een bepaalde tijd of een bepaalde plaats. Daarmee worden namelijk de rechten op vrijheid van meningsuiting en betoging beperkt. In principe moet voor iedere demonstratie afzonderlijk afwegingen worden gemaakt en mag er geen algemeen demonstratieverbod worden afgekondigd. Ook worden staten opgeroepen een zekere mate van tolerantie uit te oefenen ten opzichte van vreedzame demonstraties, zelfs wanneer deze onwettig zijn.

De bescherming van het recht op betoging geldt alleen voor vreedzame demonstraties. Dat wil zeggen voor demonstraties die niet worden georganiseerd met het doel gewelddadig te worden, haat te zaaien of anderszins de fundamenten van de democratische samenleving aan te tasten. De bewijslast voor deze intenties ligt bij de overheid.

Individuele demonstranten mogen niet gehinderd worden in hun recht op vrijheid van meningsuiting en betoging omdat een aantal andere demonstranten wel gewelddadig of crimineel gedrag vertoont. Zelfs wanneer de kans op ongeregeldheden bij een openbare demonstratie groot is, door ontwikkelingen buiten de schuld van de organisatoren, blijft het recht op vrijheid van demonstratie bestaan.”

Het demonstratierecht houdt zowel een negatieve als een positieve verplichting in voor de staat. De staat mag zich in principe niet mengen in vreedzame demonstraties. Daarnaast is de staat verplicht waarborgen te scheppen zodat burgers gebruik kunnen maken van hun burgerlijke en politieke rechten, dwz dat de overheid actief voorwaarden moet scheppen en preventieve maatregelen moet treffen om vrijheid van betoging te garanderen.

Hier staat het artikel van Amnesty International en het artikel van het College van de rechten van de mens is hier te vinden.

Amnesty International complimenteert burgemeesters

Een artikel van Amnesty International op Joop.nl eindigt met een compliment aan burgemeesters die Pegida-demo’s toestaan en niet buigen voor geweld.

Amnesty International: “De burgemeester van Rotterdam mag een demonstratie niet verbieden omdat hij bang zou zijn voor mogelijke reacties van mensen die zich gekwetst voelen. Dat zou een mooie boel worden. Op die manier zou het dreigen met geweld (onbedoeld) worden beloond. Niemand is in Nederland verplicht om respect te tonen voor moskeeën, kerken, synagogen of bijvoorbeeld tradities zoals het koningshuis of Zwarte Piet. En niemand mag anderen verhinderen te demonstreren.” 

De laatste twee zinnen vatten de huidige tendens om andersdenkenden de mond te snoeren goed samen: gekwetst zijn, een gevolg van zich respectloos bejegend voelen, is geen criterium voor de inperking van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van demonstratie.

Onderzoek door de Ombudsman

De Ombudsman heeft in 2018 onderzoek gedaan naar de waarborging van het demonstratierecht door de overheid. De Ombudsman roept gemeenten en politie op om demonstraties volledig en zonder voorbehoud te faciliteren. Ook moeten zij terughoudend zijn bij het opleggen van beperkingen en voorschriften. De conclusie van het onderzoek door de Ombudsman luidde:

“De overheid neigt naar risicomijdend gedrag. Overheden beschouwen het demonstratierecht in de praktijk niet zelden als onderdeel van een belangenafweging: het recht op demonstreren versus het belang van de openbare orde en veiligheid. De essentie van het grondrecht tot demonstreren moet voorop staan.

Die essentie is dat de overheid zich tot het uiterste moet inspannen om demonstraties te faciliteren en te beschermen, zodat burgers in vrijheid hun mening – hoe impopulair ook – kunnen laten horen. Elke andere houding van de overheid doet afbreuk aan de kern van het demonstratierecht.”

Het rapport van de Ombudsman is hier te lezen.

Verslag seminar NCJM (Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten): ‘Demonstreren: recht of gunst?’

Ook interessant is het verslag van een seminar van de werkgroep Staats- en bestuursrecht van de NJCM (Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten): “Demonstreren: recht of gunst?” uit 2017. Dit was een seminar waarin de beperking van (oa anti-Zwarte Piet- en Pegida-)demonstraties besproken werd.

Uitspraak Amsterdamse kantonrechter over Pegida-logo

Deze uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter (8-12 2016) is relevant vanwege de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van demonstratie die hieraan vooraf ging. Edwin Wagensveld, de voorman van Pegida, werd door de Amsterdamse kantonrechter in het gelijkgesteld nadat hij was aangehouden wegens het tonen van een logo waarop een hakenkruis in een prullenbak werd gegooid: de burgemeester van Amsterdam had het tonen van dit logo niet mogen verbieden.

Wagensveld werd ontslagen van alle rechtsvervolging. In de uitspraak valt te lezen: “De kantonrechter is net als de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag in een vergelijkbare zaak (zie hiervoor onder 4.3) van oordeel dat het beperkende voorschrift van de burgemeester de inhoud van de te openbaren gedachten en gevoelens raakt.”

Volgens de kantonrechter is er sprake van beperking van de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van meningsuiting en het recht op betoging waren echter al wel beperkt door de burgemeester en Wagensveld is niet de enige die zoiets overkomen is.

De uitspraak van de kantonrechter is hier te vinden.

Andere betogingen die onder druk stonden

Verkeerde beslissingen bij aanhouding demonstrerende Feyenoord-supporters

Anti-Wilders demonstranten

Anti-Zwarte Pietdemonstranten

Huisbezoeken bij leden en sympathisanten AZC-alert

Demonstreren tegen koningshuis mag weer niet

Politie arresteert ‘per ongeluk’ republikeinse demonstranten

Plaats een reactie